Seksualiteit in het licht van de Bijbel

Is God tegen seks? Voelt Hij afkeer bij het zien van een vrijend stel? Dat is een gedachte die je onder niet-christenen vaak tegenkomt. En terecht probeert de kerk dat beeld bij te stellen. Maar misschien moeten we als christenen wel eerst de hand in eigen boezem steken. Het zou wel eens onze uitstraling kunnen zijn die eraan bijdraagt  dat dat beeld van God nog steeds bestaat. Sterker nog, je kunt je afvragen hoeveel gelovigen er zelf niet diep in hun hart van uitgaan dat God toch op z'n minst maar matig enthousiast is als het om seks gaat.

Maar God is niet tegen seks. Integendeel, het is juist een belangrijk deel van zijn goede schepping, waar Hij heel trots op is! En daar onverschillig of zelfs afkeurend over doen lijkt eerder op laster dan op gehoorzaamheid. Toch is de kerk in hoofdzaak wél eeuwenlang tegen seks geweest. Men dacht oprecht dat men er goed aan deed om de menselijke seksualiteit zo klein mogelijk te houden en zoveel mogelijk in te perken. Maar daarmee is grote schade aangericht, waarvan ik durf te stellen dat die nog steeds niet hersteld is.

Verdacht
Het waren de grote, heidense filosofen uit de Oudheid die ermee begonnen om de seksualiteit verdacht te maken. Zij hielden de mensen voor dat er een scheiding bestaat tussen geest en lichaam, als tussen het hogere en het lagere. Wie op wilde klimmen tot een geestelijk mens deed er volgens hen goed aan zich zo min mogelijk met lage, aardse zaken bezig te houden. Dus leerden ze de mensen dat lichamelijke zaken en verlangens als eten, drinken en seksualiteit maar laag-bij-de-grondse bezigheden zijn, waar je zoveel mogelijk los van moet raken, omdat ze je alleen maar afleiden van het hogere.

Joodse rabbi's en later ook de eerste christelijke leiders lieten zich massaal door dit soort filosofieën beïnvloeden. Dit had grote gevolgen voor de manier waarop ze de Bijbel uitlegden en ook voor het onderwijs aan de gelovigen. Het liefst hadden de christelijke kerkleiders de seksualiteit helemaal verboden. Maar ze zagen uiteraard in dat daarmee de mensheid uit zou sterven en ook begrepen ze wel dat volledige onthouding een te zware opgave voor getrouwde mannen (!) zou zijn. Daarom kozen ze voor een compromis: de lichamelijke omgang tussen een getrouwde man en vrouw was toegestaan, op voorwaarde dat men het alleen zou doen om kinderen te verwekken en dat men er zo min mogelijk genot aan zou beleven. Vervolgens is dit eeuwenlang de grondtoon gebleven van het kerkelijk onderwijs over seksualiteit. 'Als je getrouwd bent mág je het wel doen, maar vergeet niet waar het in dit leven écht om draait en verlies vooral je zelfbeheersing niet.'

Donker
Als je met zo'n negatief gekleurde bril de bijbel gaat lezen is het niet moeilijk om vooral teksten te zien die je sterken in de mening dat seks een drang is die je moet leren onderdrukken. Al in het derde hoofdstuk van Genesis lezen we bijvoorbeeld over de zondeval, waarna man en vrouw uit schaamte niet meer naakt konden zijn en God Zelf hen kleren gaf. Veel mensen gingen op grond daarvan zelfs zo ver om te concluderen dat seks in z'n geheel een verschijnsel is van na de zondeval. De stap om de seksualiteit zelf dan ook tot een zondige bezigheid te verklaren is dan natuurlijk niet groot.

Als je vervolgens kijkt naar het verloop van de geschiedenis in het Oude Testament valt het op hoeveel er altijd juist op seksueel gebied verkeerd is gegaan. De wetten van Mozes en de preken van de profeten staan dan ook bol van de waarschuwingen en verboden, juist waar het om seks gaat. In het Nieuwe Testament scherpt Jezus de wetten nog eens extra aan door te preken over reinheid en heiligheid, niet alleen van buiten, maar ook van binnen: in je hart en in je gedachten. Zijn discipelen schrokken zelfs zo van de radicaliteit van Zijn woorden dat ze zuchtten: 'Als het echt zo nauw komt, kun je maar beter helemaal niet trouwen!' (Matteüs 19:10) En lijkt Paulus niet hetzelfde te zeggen in zijn eerste brief aan de Korintiërs, waar hij in hoofdstuk 7 schrijft dat trouwen weliswaar goed is, maar niet-trouwen beter? (1 Korintiërs 7:38)

Roze bril
Maar laten wij die donkere bril nu maar snel afzetten, anders worden wij straks nog door een zelfde somberheid bevangen als de discipelen en dat is toch wel het laatste wat we willen op een huwelijkscatechisatie! In werkelijkheid hebben smoorverliefde mensen vaak juist een roze bril op, ook als het om seks gaat. Door die roze bril heb je vooral oog voor elkaars positieve eigenschappen. En in die roze werkelijkheid is vrijen een puur genieten waar je gewoon geen genoeg van kunt krijgen. Als je dan als stelletje een bezadigd echtpaar tegenkomt tussen wie het vuur van de passie zowat uitgedoofd lijkt te zijn, dan zeg je tegen elkaar: 'Zo zal het bij ons nooit worden.' En als je, bijvoorbeeld op huwelijkscatechisatie, of misschien van je ouders, hoort dat er ook in jullie huwelijk best een tijd kan komen dat je er eigenlijk wel behoorlijk genoeg van hebt, dan luister je misschien op z'n best welwillend, maar waarschijnlijk ook wel een beetje schouderophalend. 'Dat zullen we nog wel eens zien!'

God kijkt niet door een roze bril naar seks. Als geen ander ziet Hij de werkelijkheid zoals die is. En Hij kent en doorziet ons ook als geen ander. Hij ziet wat een puinhoop wij mensen van zijn goede schepping, en misschien wel vooral van de seksualiteit, hebben gemaakt. En Hij weet welke zondige gedachten en verlangens er diep in ons binnenste schuilen, ook op het seksuele vlak. Toch is dat voor Hem geen reden om afkeurend te kijken als een jongen en een meisje willen trouwen omdat ze zich graag aan elkaar willen geven. Of om even de andere kant op te kijken als een man en zijn vrouw uit hun dak gaan in hun echtelijk bed. Dus hoe begrijpelijk wij het misschien ook zouden vinden, God heeft ook geen zwarte bril op!

Vlekkeloos
Dat komt doordat Hij zelf voor een andere bril heeft gezorgd. Al meteen na de zondeval, nog voordat Hij Adam en Eva kleren van dierenvellen gaf, beloofde Hij dat Hij de mensen en de hele schepping van de vloek van de zonde zou verlossen. En die belofte is Hij nagekomen. Zijn Zoon Jezus Christus leefde ons leven, maar zondigde daarin niet, ook niet op seksueel gebied. En met zijn bloed heeft Hij betaald voor de zonden van de hele mensheid. Voor álle zonden, inclusief de seksuele. Christus is daarmee de bril geworden waardoor God naar ons wil kijken. En ook de bril waarmee God naar ons seksuele leven wil kijken. Geen lieve roze of somber zwarte bril dus, maar een vlekkeloos witte. Als wij smerig van de zonden voor God staan, maar ons aan Christus vastklampen, dan ziet God ons – in Christus – alsof we zo wit als sneeuw zijn. Brandschoon. En als wij, zondige mensen die wij zijn, in de naam van God van elkaars lichaam genieten, dan geniet God met ons mee.

Klinkt dat laatste misschien onwennig, raar, of zelfs oneerbiedig? Er zijn veel christelijke echtparen die samen voor alles bidden, behalve voor de seks die ze samen (gaan) beleven. Dit illustreert het (meestal onbewuste) gevoel van veel getrouwde christenen dat God liever even een andere kant op kijkt als ze met elkaar vrijen. Het achterliggende idee is dat God ten diepste 'nee' zegt tegen seks. Misschien laat hij het oogluikend toe en op z'n best geeft Hij er, als er aan een hele lijst voorwaarden is voldaan, zuinigjes toestemming voor. Maar al uit de eerste hoofdstukken van de Bijbel blijkt hoe totaal anders het is. Hoor Adam eens zingen als God opeens een naakte vrouw bij hem brengt... En God windt er vervolgens geen preutse doekjes om: die twee moeten één van lichaam worden! (Genesis 2:23,24)

Kwetsbaar
God zegt volmondig 'ja' tegen seks. Daarom heeft Hij de seksualiteit een positief kader gegeven, een veilige omgeving waarbinnen man en vrouw uitbundig van elkaar kunnen genieten: het huwelijk. Tegelijk kent Hij onze zondige neigingen, die als we eraan toegeven onze seksualiteit zullen beschadigen en bederven. Al die lange lijsten met geboden en verboden uit het boek Leviticus laten zien dat God op de hoogte is, tot aan de meest choquerende details toe.

Ook de apostel Paulus was niet naïef. In zijn eerste brief aan de Korintiërs legt hij zonder schroom de vinger op een uiterst pijnlijke plek. In de christelijke gemeente te Korinthe speelde een geval van ontucht waar zelfs de ongelovigen schande van spraken: een man die samenleefde met de vrouw van zijn vader. Paulus heeft er geen goed woord voor over, zo duidelijk is het voor hem dat dit alle perken te buiten gaat. (1 Korintiërs 5:1-5)

Hoe kon dit gebeuren? Hoe haalde iemand zoiets in zijn hoofd? En waarom trad de gemeente er niet tegen op? Het antwoord vinden we in het volgende hoofdstuk van de brief, 1 Korintiërs 6. En precies: daar hebben we het al! De christenen in de Griekse stad Korinthe waren, net als de meeste van hun cultuurgenoten, van mening dat het lichaam van lagere orde is dan de geest. En ze redeneerden: als het lichaam dan toch van mindere waarde is en als er eens toch een einde aan komt, dan kan ik er nu wel mee doen wat ik wil. Het zal mijn geest niet aantasten. En dus gingen sommigen zelfs naar de hoeren, zich verdedigend door te zeggen: 'Ik mag alles!'

Paulus bestrijdt deze gedachtegang in felle bewoordingen. Je kunt het allemaal lezen in de verzen 12 tot 20. Ja, je lichaam zal eens sterven, maar God zal het weer levend maken. En is je lichaam minder-waardig? Hoe kom je erbij? Je lichaam is juist de tempel waar de Heilige Geest in wil wonen! 'Losse' seks, bijvoorbeeld met een hoer, bestaat gewoon niet. Er wordt een verbinding gelegd, of je nu wilt of niet! Geef je lichaam dus niet aan zomaar iemand, maar geef het aan Christus en bewijs God er eer mee.

Maar met deze weerlegging was Paulus er nog niet. In het volgende hoofdstuk, 1 Korintiërs 7, blijkt dat de filosofie van een scheiding tussen lichaam en geest ook nog een andere, minstens net zo schadelijke, consequentie kan hebben. Waar sommige mensen in Korinthe de conclusie trokken dat hun lichaam zo minderwaardig was dat ze er wel alles mee mochten doen, besloten anderen dat het beter zou zijn om hun lichaam eenvoudig het zwijgen op te leggen. Jonge mannen en vrouwen zagen massaal van een huwelijk af. En getrouwde echtparen besloten vrijwillig om de seksuele gemeenschap op te geven. Ze meenden op die manier God te eren, maar Paulus dacht daar duidelijk anders over. We lezen zijn reactie in de verzen 1-9 en die liegt er niet om! Niks afzien van een huwelijk: een man heeft een vrouw nodig en een vrouw een man, punt! En binnen het huwelijk afzien van seks? Niets daarvan: je moet juist regelmatig en tot beider tevredenheid samenkomen! Je denkt er goed aan te doen om je te onthouden, maar je loopt juist het risico om er ernstig de fout mee in te gaan, want zo ben je veel te kwetsbaar voor de verleiding van overspel.

Vrijmoedig
Zie je wat God doet? En begrijp je nu wat Hij voorheeft met de regels en verboden die Hij geeft? Hij is niet de spelbreker, maar zorgt er juist voor dat ons liefdesspel mooi kan blijven. En Hij legt ons niet aan de ketting, maar biedt ons juist een plek waar we vrij kunnen zijn. Als we binnen het door Hem gegeven kader blijven, kunnen we bij het ontplooien van onze seksualiteit vol vertrouwen rekenen op Zijn hartelijke instemming.

In het Hooglied schildert God voor ons een prachtige plaat van een jongen en een meisje en hun vrijmoedige omgang met erotiek en seksualiteit. Een vrijmoedigheid die vele malen verder gaat dan alleen het recht-toe-recht-aan uitvoeren van 'de daad'. Alle zintuigen spelen in het Hooglied een rol: kijken en horen, maar ook tasten, ruiken en proeven. Man en vrouw doen bepaald niet voor elkaar onder in het bejubelen van het lichaam van hun geliefde en in het uiten van hun verlangen naar dat lichaam. En de liefde mag dan een serieuze zaak zijn, de jongen en het meisje maken vooral een hoop plezier met elkaar. Ze beperken zich zich niet tot alleen de slaapkamer en evenmin alleen tot een kwartiertje 's avonds voor het slapen gaan.

Gouden randje
In het Hooglied laat God zien dat Hij wil dat wij lichaam en geest niet scheiden, maar ze als een onafscheidelijke eenheid zien. Ons lichaam is niet minderwaardig ten opzichte van onze geest. Die tegenstelling maakt de Bijbel echt nergens. Sterker nog: het Hooglied laat zien dat het lichamelijke aspect van de liefde tussen man en vrouw juist een hoofdbestanddeel van hun relatie vormt. En verderop in de Bijbel, in zijn brief aan de Efeziërs, mag Paulus zelfs zo ver gaan dat hij de diepe eenheid tussen Christus en de kerk illustreert met het geheim van de intimiteit tussen een man en zijn vrouw. (Efeziërs 5:31,32)

Deze kijk op seksualiteit zou ik graag de 'gouden bril' wilen noemen. Want met de roze bril is natuurlijk op zich niets mis – de jongen en het meisje uit het Hooglied hebben hem duidelijk ook op – maar hij is wel wat eenzijdig en vroeg of laat sneuvelt hij een keer. De zwarte bril mag geen optie zijn. Als je de complete boodschap van Gods Woord goed op je in laat werken kun je die onmogelijk nog op zetten. En we zagen immers ook al dat God Zelf er voor kiest om met de witte bril van Christus naar onze seksuele omgang te kijken. Als we in Zijn spoor blijven, krijgt ons huwelijk mét onze seksualiteit weer iets terug van de oorspronkelijke glans uit het paradijs. En seks waarvan we onder een open hemel genieten krijgt dan een kostbaar gouden randje. De bril waardoor wij naar seks mogen kijken heeft daarom een gouden montuur. Goud zoals van twee gouden ringen die samen de trouw uitbeelden. Het veilige kader van de trouw, waarbinnen de liefde in ál haar facetten tot bloei kan komen. Kleurrijk en uitbundig!

EchtVerbonden

« Is sleur een roofdier? - Rommelen »

Gerelateerde onderwerpen:
Wat zegt de Bijbel over seks?