Het

Hermans, Toon, 1916-2000

Jij bent mijn adem en mijn alles,
jij bent mijn denken en mijn taal.
Zonder jou kan ik niet leven,
nee, jij bent 'het' helemáál.


Overgenomen uit: Toon Hermans, Verzamelde Versjes,
Amsterdam: De Boekerij 1988.

Groter

Hermans, Toon, 1916-2000

Ik voel dat liefde
groter is dan leven
en uitstijgt boven plaats en tijd.
Soms zie ik in
haar ogen even
'n glimlach van de eeuwigheid.


Overgenomen uit: Toon Hermans, Verzamelde Versjes,
Amsterdam: De Boekerij 1988.

Jij

Hermans, Toon, 1916-2000

Zwijgend hou 'k je in mijn armen,
drie, vier, vijf minuten lang,
jij kunt zo mijn hart verwarmen,
met jou ben ik voor niets meer bang.


Overgenomen uit: Toon Hermans, Verzamelde Versjes,
Amsterdam: De Boekerij 1988.

Ze dee...

Hermans, Toon, 1916-2000

Zij was een grote kracht
in al mijn wel en wee,
nooit heeft ze erover nagedacht,
ze dacht niet na - ze dee.


Overgenomen uit: Toon Hermans, Verzamelde Versjes, Amsterdam: De Boekerij 1988.

Paar

Hermans, Toon, 1916-2000

Zij dragen 't zelfde leed,
vieren dezelfde blijheid,
een paar dat is geen tweemaal ik,
het is een 'allebei-heid'.

De droefenis die zij dragen,
ze weegt maar half zo zwaar
als zij een deel van hem is
en hij een deel van haar.


Overgenomen uit: Toon Hermans, Verzamelde Versjes, Amsterdam: De Boekerij 1988.

Liefde

Hermans, Toon, 1916-2000

Ik was verbaasd, verliefd, verrukt,
ik heb je als een bloem geplukt,
eeuwig zul je bloeien, want
ik heb je in mijn ziel geplant.

Overgenomen uit: Toon Hermans, Verzamelde Versjes, Amsterdam: De Boekerij 1988.